h

Opinie: AirBnB is wolf in schaapskleren

26 april 2017

Opinie: AirBnB is wolf in schaapskleren

Foto: SP
 Onder druk van de SP komt wethouder Adank van Breda met een notitie over hoe om te gaan met AirBnB, de populaire verhuursite van particuliere kamers en woningen. De SP heeft tijdens een commissievergadering van de gemeenteraad stevige kritiek geuit op het effect van dergelijke verhuur op de stad en de manier van werken van het bedrijf. Helaas bleek tijdens de vergadering dat lang niet alle politieke partijen zich bewust zijn van de kwalijke werkwijze van AirBnB, en vergoelijkten zij dit met termen als deeleconomie en het feit dat het mooi is dat iemand een zakcentje bij kan verdienen. Daarmee schetsen zij echter een heel verkeerd beeld, AirBnB is namelijk een wolf in schaapskleren.

Het klinkt mooi: je hebt een huis waarin je 1 of meerdere kamers eigenlijk nooit gebruikt. Op AirBnB, maar ook andere verhuursites, bied je die kamer te huur aan, en de toerist die er gebruik van maakt logeert op een leuke en soms ook originele plek. Voor de bemiddeling betaal je AirBnB een percentage van de huur. In steden als Amsterdam en Maastricht heeft dit echter zo’n vlucht genomen, dat hele straten op de site worden aangeboden. De enkele “vaste” bewoner die nog overblijft heeft daardoor elke dag nieuwe buren. Buren die permanent in vakantiestemming heersen, met alle gevolgen voor geluidsoverlast en rotzooi tot gevolg. Daarnaast worden woningen aan de huizenmarkt onttrokken en worden de resterende woningen onbetaalbaar voor gewone mensen.

Daarnaast is AirBnB door het grote aanbod en het gemak waarmee verhuurt wordt een rechtstreekse concurrent voor hotels. Alleen heeft AirBnB geen kosten als het gaat om het voldoen aan brand- en voedselveiligheidsvoorschriften. Zaken waar hotels zich wel aan moeten houden en waar zij ook op gecontroleerd worden. Wel de lusten, maar niet de lasten van een hotel dus. Dat is gewoon oneerlijke concurrentie. Daarnaast dragen reguliere hotels in Breda toeristenbelasting af. Geld dat de gemeente gebruikt om de stad mooi mee te houden, maar ook om voorzieningen als bibliotheken en buurthuizen in de wijk mee op peil te houden. AirBnB draagt geen toeristenbelasting af voor de huizen die via haar site worden verhuurd, dus ook hier geldt: wel de lusten, niet de lasten.

Ook laten politieke partijen zich inpakken door de term deeleconomie. Het klinkt immers sympathiek om te delen wat je over hebt of uit te lenen wat je niet gebruikt. Maar kamers worden niet gedeeld of uitgeleend via AirBnB, ze worden verhuurd. En het geld dat met die bemiddeling gemoeid gaat, komt in de zakken van AirBnB. Dit wordt dus niet bij de slager of de supermarkt om de hoek uitgegeven, waardoor de verhuursite ook nog een nadelig effect op de lokale economie heeft. Tenslotte is het argument dat een bijstandsmoeder een mooi zakcentje bij kan verdienen op deze manier natuurlijk flauwekul. Als we er al vanuit gaan dat er bijstandmoeders zijn met huizen vol lege kamers, moeten we ons als gemeente toch achter de oren gaan krabben dat mensen de verhuur van hun huis nodig hebben om rond te komen.

De SP is dan ook blij dat we als Breda, nog voordat de overlast van AirBnB volledig uit de hand loopt, kijken hoe we deze vorm van verhuur kunnen reguleren. Want hoewel we voor een verbod landelijk wet- en regelgeving nodig hebben, laten andere steden in Nederland zien dat er lokaal wel degelijk mogelijkheden zijn om deze wolf te temmen.

Dirk Uijl is raadslid voor de SP Breda en heeft economie en toerisme in zijn portefeuille. Deze opinie verscheen op woensdag 26 april ook in BN/DeStem.

Reactie toevoegen

U bent hier