h

Daklozenopvang: staan we nu aan het begin of het einde van het proces

23 november 2011

Daklozenopvang: staan we nu aan het begin of het einde van het proces

Opinie van Maurice Spapens en Patrick van Lunteren, beiden Raadslid voor de SP in Breda

De rapen zijn gaar in Breda. Er komen twee opvanghuizen voor achtenveertig verslaafde daklozen. Het college denkt dat daarvoor de beste plek gevonden is in De Heuvel en Breda Noord. De omwonenden denken daar heel anders over. Zeer emotionele reacties op twee voorlichtingsbijeenkomsten zijn het logische gevolg. Niemand wordt enthousiast bij de gedachte dat er vierentwintig aan drugs of drank verslaafde daklozen in de straat komen wonen. Dat wisten de wethouders van te voren. Waarom dan weer het bericht als een bom de wijk in gegooid? Alsof dit het onomkeerbaar einde is van een proces. Dat had heel anders gekund. Het is wat ons betreft pas het begin van het proces.

Hoe mooi de filmpjes en praatjes op zo’n voorlichtingsavond ook zijn: niemand heeft daar op dat moment oog en oor voor. Het zal allemaal best gezegd zijn door de wethouders: extra politie, extra toezicht, extra aandacht voor de wijk. Niemand hoorde dat. De stoom kwam uit de oren, daar ging niets meer in.

Het college had vooraf in alle rust met wijkraden en huurdersverenigingen kunnen praten. Onder welke voorwaarden accepteren zij een opvang in hun wijk. Want, laten we wel wezen, iedereen zal het er mee eens zijn dat er opvang moet komen voor daklozen. Al helemaal als het gemotiveerde daklozen zijn die zich uit hun benarde situatie willen ontworstelen. Niets is mooier dan mensen die zich omhoog knokken uit hun ellendige bestaan. Daar wil iedereen aan meewerken, maar dan wel met de garantie dat de buurt er niet door verloedert, dat de politie er boven op zit en dat er goede begeleiding de opvang verzorgt. As je dat van te voren met elkaar doorneemt is dat toch even anders dan dat je het als een voldongen feit presenteert.

Nu is het wederom puinruimen achteraf. Die daklozenopvang moet ergens komen, dat zijn we als Breda aan onze stand verplicht. De wethouders willen ze echter precies in de Heuvel en Breda Noord. Wijken waar de gemeente juist de laatse jaren veel geld en tijd investeert in het opknappen ervan. Terecht dus de vraag die iedereen stelt welke vierenzestig andere lokaties er dan zijn bekeken. Die lijst lag eerst geheim ter inzage voor de Raadsleden. Pas na een week wordt die eindelijk openbaar gemaakt. Als de logica van de wethouders klopt moet iedereen na lezing snappen dat het echt nergens anders kan dan in de Oranjeboomstraat en de Kasterleestraat.

En als dan blijkt dat het nergens anders kan, is het wel zo handig de voorspelbare risico’s voor de omwonenden te voorkomen. Niet voor even de schijn van veiligheid wekken, tot de wijk in slaap is gesust. Nee, echt voor een lange tijd. Die garanties moeten de mensen krijgen. Ter controle hierop zal de gemeenteraad elk kwartaal een rapportage moeten ontvangen. Als er teveel incidenten zijn en de onvrede terecht blijft bestaan moeten zij ook de moed hebben de opvang te verplaatsen. Maar dan wél in goed overleg met de ontvangende wijk.

Jammer dat het nu allemaal zo verloopt. Dat juist dit rechtse college zich om deze groep mensen bekommert is op zichzelf al hartverwarmend. Ook deze daklozen verdienen immers een tweede kans en als het nodig is een derde. Door dit nu weer zo onhandig te presenteren voelen ze zich nu al weer ongewenst. Dat kan van niemand de bedoeling zijn, niet van de wethouders en niet van de mensen in de Heuvel en Breda Noord. Laten we de voorlichting dan ook zien als het begin van het proces en niet het einde. Met zijn allen zorgen we er voor dat die daklozen een tweede kans krijgen zonder alle ellende voor bewoners in de wijk er om heen. Daar moet over te praten zijn. In ieder geval met ons.

U bent hier